De verschrikkingen van de Roelandspas

18 mei 2017 - Larrasoana, Spanje

Saint-Jean-Pied-de-Port - Larrasoana, 1484 - 1545 km (61 km)
4 – 11 graden, regen, kou, mist, weinig wind


Saint-Jean-Pied-de-Port lieten we vanmorgen om half 8 opgelucht achter. Wat een raar oord! 

Het was tevens het beginpunt van de derde en laatste etappe van onze tocht. Deel 2 van Tours naar de Pyreneeën zit erop en vandaag zijn we begonnen aan het laatste van de 3 routeboekjes. Vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port telt de reis naar Santiago nog 862 km en als we doorfietsen naar Cabo Finisterre komt daar nog 120 km bij. 

Wat ervaringsdeskundigen ons verteld hebben, strookt met wat de inleiding van het derde deel van de routebeschrijving zegt: “Na Saint-Jean-Pied-de-Port wordt alles anders!“ De heuvels worden bergketens; voor fietsers maken de talloze plattelandsweggetjes plaats voor meer drukke verkeerswegen; en we zullen geen uitzondering meer zijn als Santiago-ganger, maar een van de velen, waardoor we waarschijnlijk met wat minder égards behandeld zullen worden dan waarmee we de afgelopen weken verwend zijn. Kortom, het wordt zwaarder. Niettemin zijn we allebei vastbesloten – onvoorziene omstandigheden daargelaten – de tocht naar Santiago samen tot een goed einde te brengen! 

De andere kant van de medaille is dat de Camino in Spanje een begrip is en dat de route qua voorzieningen volledig is ingesteld op (tegenwoordig) ruim 280.000 pelgrims die jaarlijks (een deel van) de tocht door Noord-Spanje lopen of fietsen. In elk futiel dorp is er wel een ‘albergue’, een eenvoudig en zeer goedkoop onderkomen voor pelgrims, en verschillende ‘Pensións’ en ‘Hostals’ die wat luxer zijn. We hoeven ons ook geen zorgen meer te maken over onze primaire levensbehoeften, zoals water, fruit, brood en kaas. In elk dorpje zijn er wel slimme winkeliers die begrijpen dat de vele pelgrims toch ergens hun inkopen moeten doen.

De grote hoeveelheid Santiago-gangers betekent ook echt iets voor de sfeer. Enerzijds is het een echte toeristen-industrie en dus veel commerciëler. Anderzijds is er onder de pelgrims veel contact en gezelligheid. Onderweg en in de albergues zie je dat lopers en fietsers zich als vanzelf met elkaar verbinden op basis van hun gemeenschappelijke weg en doel. 

Hoewel we vandaag geen enkele fietser zijn tegengekomen, passeerden we regelmatig lopers. Inmiddels doen ook wij mee aan de gebruikelijke groet aan iedereen die herkenbaar is als Santiago-ganger: ‘Buen Camino!’

De tocht van vandaag was zwaar. Vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port begon de etappe door de Pyreneeën over de Roelandspas met een doorgangshoogte van 1057 meter. De weg naar de top is 27 km en gaat door een groen berglandschap met bossen, kleine watervalletjes die helder naar beneden stromen,  weiden waar koeienbellen en geiten hun geluid laten klinken en stukken met donkere bossen. Het eerste deel was hier en daar steil en bevatte ook wat km’s vals plat. De laatste 16 km gingen continu stug omhoog. Maar dat was het ergste niet. De motregen waarmee we vertrokken, veranderde na een uurtje in stortregen. Naarmate we hoger kwamen, werd de regen kouder en heviger. Het kwam letterlijk bijna met bakken uit de hemel en het water spoelde werkelijk van de berg af. Dit was pas écht waterfietsen. Zelfs mijn waterdichte regenjack was er niet tegen bestand. Maar ja, natter dan volledig doorweekt kun je niet worden. En we hadden maar één keuze: doorfietsen. Want er was geen enkele schuilplaats op de weg naar boven. Omdat Menno heel lief regelmatig op mij wachtte, verkleumde hij nog veel meer dan ik. Eenmaal aangekomen op de top, waren we zó koud dat we door onze verstijfde handen – ondanks fietshandschoenen - onze versnellingen nauwelijks nog konden bedienen. In een restaurant trokken we voor zover mogelijk droge kleren aan en dronken een paar hete koppen koffie. Omdat er voor vannacht boven in de bergen sneeuw voorspeld was, wilden we toch verder om zover mogelijk uit de kou naar beneden  te fietsen. En het bleef maar stortregenen. Voordat we de pas echt óver waren en een paar honderd meter hoogteverschil naar beneden overbrugd hadden, waren we opnieuw drijfnat en aardig wat km’s verder. Tot overmaat van ramp begaf de rem van Menno het en 't lukte niet om dit te repareren. Zo voorzichtig als hij kon, gleed hij naar beneden; deels remmend met zijn wielrenschoenen (waarvan de zolen inmiddels stuk zijn). Totdat ook het stuur van zijn fiets plotseling omklapte. Dit kregen we gelukkig wél weer gefixed. 

Toen we op zo’n 450 m hoogte zaten, vluchtten we onder het afdak van het eerste het beste hostal omdat we totaal verkleumd waren en ernstig behoefte hadden aan een warme, comfortabele kamer met een goede douche. De ontbering van de bergpas had al genoeg pelgrimsgevoel gegeven voor vandaag. Een sobere ‘albergue’ – waarvan dit dorp er ook 3 telt - was voor ons nu een brug te ver. 

We belden aan, maar helaas was er niemand. Ik telefoneerde via het nummer dat op een briefje stond naast de voordeur en de eigenaar zei desgevraagd dat hij  nog een kamer vrij had. Joepie! Hij zou er over een half uurtje zijn, maar begreep dat wij niet in de kou buiten wilden wachten. We moesten de sleutel maar uit de bloempot naast de deur opgraven en ons alvast installeren op kamer 1. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd.

Heet douchewater, een uurtje slapen onder een dikke deken en een warme kop thee maakten dat we al snel opwarmden.

Bij de winkelier aan de overkant kochten we daarna een versnapering. Die stond achter de kassa in zijn eentje een lekker glaasje rode wijn te drinken en bood ons er bij het afrekenen ook een aan. Het leidde tot een vrolijke conversatie in een soort ratjetoe van Engels, Duits en Frans. Hij sprak zelfs ook nog een paar woorden Nederlands. We kregen nog een waarschuwing mee over het gevaar van fietsen in Spanje waarbij wekelijks ten minste 1 dode valt vanwege onvoorzichtig rijden van zowel automobilisten als fietsers. Dat wordt dus opletten. 

Rond half 8 togen we naar de Taverne in het dorp voor een maaltijd. We belandden in een ontzettend gezellige uitspanning met tafels vol pelgrims die geanimeerd met elkaar zaten te praten. Voor ons was er alleen nog een tafeltje voor 2 maar het sfeertje was erg prettig. Het pelgrimsmenu (3 gangen, inclusief wijn en water voor 12 euro) was heerlijk. De rijstepap met kaneel (Menno kun je - bijna - nergens een groter plezier mee doen) maakte de dag weer goed.   

Lekker warm onder de dekens met mijn iPad op schoot, kijk ik terug op al wéér een bijzondere ervaring. We made it! Onze eerste bergetappe zit er op! Met  35 graden onder een brandende zon zou het helemáál geen lolletje geweest zijn. Het kan altijd nóg erger.

Foto’s

5 Reacties

  1. Annemieke:
    23 mei 2017
    Brr ik krijg het het er koud van!! En dat terwijl het nu bij ons aan boord eindelijk lekker weer is!
  2. Peter & Corrie Schrauwers:
    23 mei 2017
    Wat een avontuur !
    Geniet ervan, nog heel veel succes !
    Groetjes
  3. Patricia:
    23 mei 2017
    Wat kun je dan toch van de kleine dingen genieten na alle ontberingen! Menno kijkt echt zielsgelukkig met dat schaaltje rijstepap :-)
  4. Isabella:
    23 mei 2017
    Wat ontzettend stoer. Knap van jullie en je hebt de vaart er goed in! Ik hoop toch dat jullie wat beter weer krijgen want regen en sneeuw is niet echt lekker fietsweer.
  5. Marihuela:
    24 mei 2017
    Helden!!!!